Het zaalhockeyseizoen gaat weer van start, dus is het belangrijk om je geheugen even op te frissen met de zaalhockey spelregels. We gaan in op de regels voor de opstelling, het speelveld, toegestane hockeytechniek, veiligheid en de keeperregels.
Opstelling en wissels
Een zaalhockeyteam bestaat uit maximaal twaalf spelers, waarvan er zes tegelijkertijd op het veld mogen staan. De overige spelers zijn wisselspelers en wachten op hun beurt aan de zijkant. Wissels kunnen op elk moment tijdens de wedstrijd plaatsvinden, behalve tijdens strafcorners. Het wisseltempo ligt bij een zaalhockeywedstrijd dan ook hoger dan in een veldhockey wedstrijd. Door de vele wisselmogelijkheden kan je je ploeg regelmatig van nieuwe energie voorzien.
Speelveld met zijbalken
Het speelveld voor zaalhockey is rechthoekig en omgeven door zijbalken aan de lange zijde. De zijbalken helpen het spel snel te laten verlopen doordat de bal terug het veld in kaatst, in plaats van eruit te rollen zoals bij veldhockey. Spelers mogen de bal niet met kracht tegen deze balken slaan om gevaarlijk spel te voorkomen.
Push- en flick-techniek
Bij zaalhockey mogen spelers de bal alleen voortbewegen door een “push” of een “flick.” Een push is een duwende beweging waarbij de stick dichtbij de bal blijft, en een flick tilt de bal licht van de grond. Het slaan van de bal is verboden omdat dit te gevaarlijk is in de zaal.
Het speelveld en de belangrijke lijnen
Het zaalhockeyveld heeft een rechthoekige vorm en bevat belangrijke lijnen, waaronder de middenlijn en cirkels rond elk doelgebied. Binnen deze cirkels bij het doel moet de speler zich bevinden om een geldig doelpunt te kunnen maken. Spelers moeten te allen tijde in speelafstand tot de bal zijn, wat betekent dat ze de bal binnen een veilige afstand kunnen bereiken zonder gevaarlijk te spelen.
Bal buiten het speelveld
Als de bal het speelveld verlaat en over de zijbalk of achterlijn gaat, wordt het spel hervat door een speler van het team dat de bal niet als laatste heeft aangeraakt. De speler brengt de bal in het spel vanaf een positie dicht bij de lijn waar de bal het veld verliet. Dit houdt het spel eerlijk en zorgt ervoor dat het team dat niet verantwoordelijk was voor het uitgaan van de bal voordeel heeft bij de hervatting.
Scoren van een doelpunt
Een doelpunt wordt gescoord wanneer de bal volledig over de doellijn gaat nadat een aanvaller de bal binnen de cirkel heeft geraakt. De bal mag na dit schot niet buiten de cirkel komen om geldig te blijven.
Veiligheid en stickgebruik
Spelers moeten hun zaal hockeystick veilig gebruiken en mogen deze niet op een manier inzetten die gevaarlijk kan zijn voor anderen. Dit betekent bijvoorbeeld dat het verboden is de stick boven het hoofd van anderen uit te zwaaien. Ook mogen spelers de bal niet met de bolle kant van de stick raken, omdat dit de controle vermindert en voor onvoorspelbare balbewegingen kan zorgen.
De rol van de scheidsrechters
Twee scheidsrechters zijn verantwoordelijk voor het handhaven van de spelregels en het waarborgen van fair play tijdens de zaalhockeywedstrijd. Ze registreren gescoorde doelpunten en kaarten en werken nauw samen om beslissingen te nemen, elk op een eigen helft van het veld. Scheidsrechters mogen niet coachen, en ze zijn verantwoordelijk voor het starten en eindigen van de wedstrijd.
Gedrag van aanvoerders
Elke aanvoerder draagt een speciale armband en heeft de verantwoordelijkheid voor het gedrag van het hele team, zowel in het veld als op de bank. De aanvoerder zorgt ervoor dat wissels correct worden uitgevoerd en communiceert met de scheidsrechters als dat nodig is. Ook houdt de aanvoerder toezicht op het naleven van sportief gedrag binnen het team.
Regels voor de keeper
Een team kan ervoor kiezen om met een volledig uitgeruste zaalhockeykeeper te spelen, die de bal met alle lichaamsdelen mag stoppen binnen de cirkel, zolang dit niet gevaarlijk is. De keeper draagt een afwijkende kleur kleding, wat aangeeft dat deze speler de bal met het lichaam mag verdedigen in het doelgebied. Er is ook een optie om zonder keeper te spelen, waarbij alle spelers veldspelers zijn.
Strafcorner Situaties
Bij zaalhockey krijg je een strafcorner in de volgende situaties:
- Opzettelijke overtreding in de cirkel: Als een verdediger opzettelijk een overtreding begaat in de eigen cirkel, maar hierdoor geen doelpunt voorkomt, wordt een strafcorner toegekend aan het aanvallende team.
- Opzettelijke overtreding buiten de cirkel: Een opzettelijke overtreding van een verdediger buiten de cirkel, maar op eigen helft, leidt ook tot een strafcorner.
- Opzettelijk over de achterlijn spelen door een verdediger: Wanneer een verdediger de bal opzettelijk over de eigen achterlijn speelt, zonder tussenkomst van de doelverdediger, wordt een strafcorner gegeven. Als de bal onopzettelijk door een verdediger over de achterlijn gaat, wordt in plaats daarvan een lange corner toegekend.
- Verkeerd wisselen: Als een team onjuist wisselt tijdens de wedstrijd, zoals met te veel spelers op het veld staan, kan dit bestraft worden met een strafcorner tegen het team dat de fout heeft gemaakt.
- Bal in kleding of uitrusting: Indien de bal in de kleding of uitrusting van een (doel)verdediger in de cirkel blijft steken, wordt een strafcorner toegekend.
De strafcorner is bedoeld om een aanvallend team een scoringskans te geven als er een serieuze overtreding of opzettelijk spelvoordeel van het verdedigende team in het spel komt.
Overtredingen en Tijdrekken
Spelers mogen het spel niet opzettelijk vertragen om tijd te winnen, wat als tijdrekken wordt beschouwd en bestraft kan worden. Tijdrekken kan worden bestraft met een vrije push voor de tegenpartij, een waarschuwing of groene of gele kaart of met een strafcorner.
Voorwerpen en uitrusting op het Veld
Spelers mogen geen voorwerpen, zoals maskers, op het veld of naar anderen gooien, want dit kan de veiligheid in gevaar brengen. Als een gegooid voorwerp een doelpunt voorkomt, kan dit leiden tot een strafcorner of strafbal voor het aanvallende team.
Redding door de keeper
De keeper mag in de cirkel liggend de bal spelen, maar mag deze niet volledig klemmen of op de bal gaan liggen, omdat dit het spel onnodig ophoudt en tot gevaarlijke situaties kan leiden. Ook buiten de cirkel mag de doelverdediger alleen de stick gebruiken om de bal te spelen.
Speelafstand en balcontrole
Spelers moeten te allen tijde hun positie zodanig kiezen dat ze de bal veilig kunnen controleren. Speelafstand houdt in dat spelers de bal binnen een veilige en controleerbare afstand kunnen bereiken. Zo wordt gevaarlijk spel beperkt, en blijft het spel eerlijk.
Voorschriften voor hockeykleding en hockeyschoenen in de zaal
Spelers moeten kleding dragen die geen schade aan de vloer van de zaal veroorzaakt. Hockeyschoenen met metalen gespen of afgevende zolen zijn verboden, zodat de speelvloer in een goede staat blijft. Koop speciale zaalhockeyschoenen zodat je zeker weer dat je de toegestane schoenen draagt.
Het dragen van een speciale zaalhockey handschoen is verplicht!
Onderbreking voor blessures
Als een speler geblesseerd raakt, onderbreken de scheidsrechters het spel tijdelijk zonder een straf op te leggen. Zodra de speler weer hersteld is, wordt het spel hervat met een “bully”, waarbij twee spelers van elk team om de bal strijden vanaf de plaats waar het spel onderbroken was.
Begin en hervatting van de wedstrijd
De wedstrijd begint met een beginpush, waarbij één team de bal vanaf de middenlijn in beweging brengt. Na de rust of na het scoren van een doelpunt wordt het spel ook hervat met een beginpush. Deze regel zorgt voor een gecontroleerde start en herstart van het spel.
Spelersgedrag en verantwoordelijkheid
Bij zaalhockey staat sportief gedrag centraal. Spelers moeten verantwoord spelen, zonder anderen in gevaar te brengen. Gevaarlijk gedrag wordt snel bestraft om de veiligheid van alle spelers op het veld te waarborgen.
Gevaarlijk spelen en stickgebruik
Spelers mogen hun stick niet gebruiken om de bal te klemmen of vast te zetten tegen de zijbalk, en herhaaldelijk gevaarlijk spel kan bestraft worden. Scheidsrechters kunnen het spel onderbreken en een “bully” toekennen als de bal vast komt te zitten.